Gemeenten moeten het voortouw nemen bij het vergroenen van hun stad.
Klimaat is een hot topic (letterlijk). Uit de recente klimaattop in Bakoe mag je afleiden dat de urgentie nog altijd minder wordt gevoeld dan de financiële offers die nu noodzakelijk zijn. Het is altijd weer hetzelfde liedje: kortetermijndenken van de politici wint. Terwijl het bekend is dat de investeringen die nu worden gedaan ruim minder zijn dan de kosten voor herstel van de schade straks. Denk maar even over de onzalige bezuinigingsplannen in het onderwijs, waarvan de gevolgen later slecht zullen uitpakken voor de economie.
De klimaattop in Bakoe maakt duidelijk dat we het niet moeten hebben van de landen en de regeringsleiders. De ‘arme landen’ zijn verbitterd en zeer teleurgesteld naar huis gegaan; de ‘rijke landen’ hebben de knip redelijk gesloten kunnen houden.
Wij vinden die klimaatontwikkeling al veel langer een groot probleem, voor iedereen. Voor ons is dat reden om duurzaam te werken en te hameren op goede isolatie en zuinig gebruik van energie en grondstoffen. Het lijkt ons ook dat we meer kunnen verwachten van inspanningen op lokaal niveau. De gemeenten kunnen hierin een belangrijke rol spelen. Bijvoorbeeld op het gebied van vergroening.
Een interessante ontwikkeling is de 3-30-300 regel. Dit is een handige richtlijn voor gemeenten om vergroening in stedelijke gebieden te bevorderen; de uitvinder is groenexpert Cecil Konijnendijk. Het gaat om bomen, die immers zo essentieel zijn bij klimaatbeheersing. De regel zegt dat "Het resultaat zal gunstig zijn voor gezondheid, een beter leefmilieu, biodiversiteit en klimaatbestendigheid".
De 3-30-300 regel in Den Haag
Wij zijn eens gaan kijken hoe onze eigen stad, Den Haag, het doet. Tot ons genoegen is dat best goed. Er is een bomenbeleid dat op de 3-30-300 regel aansluit.
- 3: iedereen moet vanuit zijn woning minimaal 3 bomen moet kunnen zien;
- 30: een minimale boomkroonbedekking in elke wijk om microklimaat te verbeteren en hittestress te verminderen;
- 300: iedereen zou op 300 meter wandelafstand van zijn woning een groene verblijfsplek of park moeten hebben.
Wat gebeurt er nu?
Er zijn enkele ‘versteende wijken’, zoals Transvaal, Schilderswijk en Stationsbuurt waar extra veel bomen en oppervlaktegroen worden aangelegd. We hebben ook gekeken naar onze eigen woningen: we wonen prima volgens de regel. Zijn we blij mee!
Er is ook nog een speciale actie, gericht op de particulier met eigen tuin. Dat is de operatie Steenbreek. Motto: “tegels eruit, plant erin”, en het aanbod van gratis bomen. Onze eigen waarneming is dat die actie nog maar mag aanslaat. We zien nogal wat woningen, waarbij nieuwe eigenaars meteen de tuin bedekken met hardstenen plavuizen of kunstgras. Er zijn gemeenten in NL die verplichten om een bepaald percentage natuurlijk groen te hebben (75%). Zou ook hier best mogen!
Al met al, de aanpak van het klimaatprobleem lijkt beter te werken vanuit de lokale bijdragen van particulieren en lokale overheid dan de top-down aanpak, die slechts moeizame overeenkomsten oplevert waar vervolgens niemand zich aan houdt.